Vaak worden de woorden gezamenlijk gezag en omgangsregeling verkeerd begrepen en door elkaar gebruikt. Om verwarring te voorkomen, leggen wij graag het verschil aan je uit.
Gehuwden die samen een kind krijgen, hebben samen het gezag. Gezag houdt in dat julle samen verantwoordelijk zijn voor de verzorging en de opvoeding van jullie kind(eren) tot de 18-jarige leeftijd. Tot 1998 eindigde het gezamenlijk gezag op het moment van echtscheiding. Sinds 1 januari 1998 behouden beide ouders na de scheiding gezamenlijk het gezag.
Door deze veranderde wetgeving krijgen ouders een gelijke rol, een gedeelde en gelijkwaardige verantwoordelijkheid, waarbij de wet als het ware de voorzetting van de ouderrol van zowel de vader als de moeder waarborgt. Binnen het kader van deze wetgeving kunnen ouders naar eigen inzicht de omgang tussen de kinderen en de ouders vormgeven. Dit wordt ook wel de omgangsregeling genoemd.
Gevolgen van de wetswijziging
Sinds de wetswijziging van 1 januari 1998 blijkt dat bij gescheiden ouders, met name het contact tussen vaders en kinderen, is toegenomen. Helaas is het nog niet zo dat kinderen hierdoor minder problemen hebben of zich beter voelen. Ruzies tussen de ouders zijn na 1 januari 1998 eerder toegenomen dan afgenomen. Voor ons de bevesting dat de kwaliteit van leven voor de kinderen niet bepaald wordt door de wijze waarop een wet in elkaar zit, maar vooral door de wijze waarop de ouders onder deskundige begeleiding leren hoe zij als gescheiden ouders zo goed mogelijk de zorg voor en de opvoeding van de kinderen kunnen vormgeven.
Ouderschap na de scheiding is nieuw, ingewikkeld en dat kun je niet zomaar in de praktijk brengen zonder daar eerst samen goede afspraken over gemaakt te hebben. Om het gezamenlijk ouderlijk gezag na de scheiding zo goed mogelijk in de praktijk te kunnen brengen, hebben wij samen met gespecialiseerde scheidingsbemiddelaars en met ervaren familiedeskundigen een werkwijze ontwikkeld die jullie optimale kansen als ouders bieden om jullie afspraken over de kinderen zo goed mogelijk in de praktijk te brengen.