In de wet staat dat ouders moeten aangeven hoe het kind bij het opstellen van het ouderschapsplan betrokken wordt.
Wat betekent het niet?
Een kind betrekken bij het ouderschapsplan wil in ieder geval niet zeggen:
- je kind betrekken in de strijd;
- je kind laten kiezen tussen de ouders;
- je kind de afspraken laten bepalen.
Wat betekent het wel?
Er wordt gezegd dat het betrekken van je kind betekent dat je het ouderschapsplan met je kind moet bespreken (afhankelijk van de leeftijd van je kind). Dit vinden wij ook, alleen vinden wij dat het veel meer betekent dan dat. Het betekent dat je kind de mogelijkheid krijgt om zich te uiten over de scheiding, de gevoelens die hij/zij daarbij ervaart en dat je kind mag aangeven wat hij/zij belangrijk vindt. Als je je kind de gelegenheid geeft om zich te uiten heeft dit verschillende voordelen:
- Door het uiten van gevoelens rondom de scheiding leert je kind om emoties onder woorden te brengen;
- Het praten over de scheiding helpt je kind de scheiding te verwerken;
- Je kind heeft het gevoel dat er geluisterd wordt. Dit verlost je kind van gevoelens van machteloosheid. Dit is erg belangrijk. Uit onderzoek is namelijk naar voren gekomen dat je een gebeurtenis beter kunt verwerken als je het gevoel had dat je er iets aan kon doen.
De praktijk: Hoe je kind betrekken?
Om je kind de aandacht te geven die het verdient en je kind dus werkelijk te betrekken bij het ouderschapsplan is het van belang dat je kind de kans krijgt om te praten en dat er naar hem geluisterd wordt.
Praten met je kind
Jij, je partner, of jullie samen kunnen met jullie kind gaan praten. Dit is vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Uit verhalen met ouders weten wij dat ouders het vaak moeilijk vinden om met hun kind te praten over de scheiding. Een dergelijk gesprek confronteert namelijk direct met eigen gevoelens van schuld, verdriet, boosheid, angst, machteloosheid en hulpeloosheid. Bovendien ervaren ouders het kiezen van de juiste woorden en het stellen van de juiste vragen als moeilijk. Daarnaast vinden kinderen het moeilijk om juist met hun ouders over de scheiding te praten, omdat het kind te maken krijgt met gevoelens van loyaliteit.
Het inschakelen van een familiedeskundige
Om je kind op een juiste manier te betrekken bij het opstellen van het ouderschapsplan kun je een familiedeskundige inschakelen. Een familiedeskundige heeft in zijn opleiding geleerd om met scheidingskinderen te praten en weet precies welke vragen wel en niet te stellen. Ook heeft de familiedeskundige geleerd om op de juiste momenten door te vragen, zodat belangrijke informatie naar boven komt. Al pratende kan je kind beginnen de scheiding te verwerken en komt tegelijkertijd nuttige informatie aan het licht die van belang is voor het opstellen van het ouderschapsplan. Neem contact op met onze deskundige.
Voorbeeld casus Ouderschapsplan
Dennis is 11. Hij is een gevoelige jongen die het voor iedereen goed wil doen. Zijn ouders gaan scheiden. Het ouderschapsplan is nog niet rond, maar voorlopig is er afgesproken dat hij in ieder geval elke zaterdag bij zijn vader is. Zijn vader woont 30 km verderop in een andere stad. De ouders zitten bij de mediator en er wordt gesproken over de invulling van de omgangsregeling. En dat valt niet mee. Na lang gepraat komen ze overeen. Beide ouders geven aan dat ze definitief willen afspreken dat Dennis elke zaterdagochtend bij vader is. Ze vertellen dat ze er met Dennis over gesproken hebben en hij vindt het ook goed. Op zaterdag gaan ze altijd samen met de hond naar de bossen en dat vindt Dennis erg leuk. Bovendien kan moeder nu op zaterdagochtend gaan sporten. Iedereen lijkt blij met deze regeling.
Het gesprek tussen ouders en Dennis ging ongeveer zo:
Moeder: ……….Vind je het leuk om op zaterdag altijd lekker met papa naar de bossen te gaan?
Dennis: Ja.
Vader: Ja, he jongen. Is altijd erg gezellig!
Moeder: je weet dat mama altijd gaat sporten op zaterdagochtend, he? En omdat je het zo fijn vindt met papa willen we voor de zaterdag afspreken dat je in de ochtend bij papa bent, ok?
De familiedeskundige heeft enkele dagen later een gesprek met Dennis. Dit ging ongeveer als volgt:
Dennis: Wel ok.
FD: Dat klinkt niet heel erg enthousiast…
Dennis: Nou, op zich vind ik het wel prima zo alleen…..de zaterdag….Nou kijk het zit zo. Ik mag van papa en mama op een sport en nu is er een superleuke voetbalclub waar ik bij wil. Alleen die groep waar ik bij wil traint op zaterdagochtend en dan ben ik bij papa. Dus, dat gaat dan toch al niet door. Best wel balen!
FD: Heb je hier al met je ouders over gesproken?
Dennis: Nee, dat wil ik niet. Papa vindt het heel gezellig als ik kom, want hij is toch al de hele week alleen. En ik kan toch niet ineens op zaterdagochtend niet meer komen. En mama gaat sporten. En trouwens……ze hebben nu al zo veel ruzie gehad over wanneer ik bij papa ben………Dus dat gaat gewoon niet.